Telefoon van een mevrouw van de gemeente die in moet schatten of ik recht heb op huishoudelijke hulp en hoe veel huishoudelijke hulp dan.
"Meneer de Jong, wij gaan nu samen met u door een vragenlijst en dan rekent de computer uit op welke zorg u recht heeft".
"Is uw aandoening gerelateerd aan:
a) het bottenstelsel,
b) het hart- en vaatstelsel,
c) de longen,
d) de huid,
e) een neurologische aandoening,
f) de organen,
g) het bewegingsapparaat.
"Kunt u staan."
"Hoe lang kunt u staan."
"Kunt u bukken."
"Hoe lang kunt u bukken."
"Hoe diep kunt u bukken."
"Kunt u boven uw hoofd reiken."
"Met één of met twee handen."
"Kunt u beide handen gebruiken."
"Bent u binnenshuis mobiel of gebruikt u hulpmiddelen zoals
- een rollator,
- een looprek of
- een rolstoel."
"Kunt u:
- niets tillen,
- lichte dingen tillen, zoals een pak melk, of
- ook zwaarder tillen."
-"Ik mag tot een kilo gaan, dus een pak melk kan ik tillen."
-"Maar met een pak melk kan ook bedoeld worden: een pak van anderhalve liter."
-"Vult u dan maar in dat ik niets kan tillen".
"Kunt u een bed opmaken."
"Kunt u stofzuigen."
"Kunt u planten watergeven."
"Kunt u de wasmachine inruimen."
"Kunt u was uit de machine halen."
-"Ja."
-"Maar was kan zwaarder dan een kilo wegen als het nat uit de machine komt."
-"Dat is waar."
-"Dan vul ik in dat u hulp nodig hebt met uit de machine halen en ophangen van de was."
-"Maar droge was kan ik dan wel weer van de lijn halen."
"Kunt u buitenshuis lopen."
"Hoe ver kunt u buitenshuis lopen."
"Kunt u fietsen."
"Kunt u auto rijden."
"Kunt u gebruik maken van het openbaar vervoer."
"Kunt u boodschappen doen."
"Kunt u koken."
"Is er een afwasmachine."
"Kunt u afwassen."
Et cetera et cetera et cetera.
"Hebt u bovenstaande vragen naar waarheid ingevuld."
"Dan gaat de computer nu voor u analyseren op welke zorg u recht heeft. Wij bellen u later terug."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten